Het alternatieve verleden bestaat niet
Nov 4, 2025
Ik word er een beetje moe van. Die gesprekken aan de keukentafel, die columns, die talkshows waarin iemand triomfantelijk verkondigt: “Kijk nou wat die partij heeft aangericht!” Alsof het bewijs geleverd is. Alsof de zaak gesloten is. Alsof we nu eindelijk weten dat we toentertijd de andere partij hadden moeten kiezen.
Maar weten we dat echt?
Het probleem met politieke verantwoording achteraf is dat we doen alsof we in een laboratorium leven. Alsof we partij A en partij B naast elkaar kunnen zetten, beide dezelfde crisis kunnen geven, en dan kunnen meten wie het beter deed. Alsof de geschiedenis een herhaalknop heeft.
Maar de geschiedenis vertelt ons alleen wat is gebeurd. Niet wat had kunnen gebeuren.
De verleiding van de gemiste kans
Ik snap de verleiding wel. Het is menselijk om te denken: “Als we toen maar anders gekozen hadden...” Het voelt alsof we controle hebben. Alsof we de fout kunnen benoemen, en daarmee voorkomen dat we hem herhalen.
Maar wat we eigenlijk doen is koffiedik kijken. We projecteren onze huidige wensen op een verleden dat nooit meer terug komt, en beweren dan dat we nu wel weten hoe het toen had gemoeten.
Het rare is: de mensen die dit het hardst roepen, zijn vaak dezelfde mensen die destijds voor een andere partij stemden. Natuurlijk hadden zij het beter gedaan. Ze zijn immers nooit in de positie geweest om te falen.
Waarom waren ze dan niet gekozen?
Dit is de vraag die me het meest fascineert. Als iedereen nu zo zeker weet dat partij X het beter had gedaan dan partij Y, waarom werd partij X dan niet massaal gekozen? Hadden de kiezers het toen niet door? Waren ze dom? Of misschien, en dit is een gedachte die zelden hardop wordt uitgesproken, waren er toen gewoon andere afwegingen, andere prioriteiten, andere perspectieven die net zo valide waren als die van nu?
De werkelijkheid is dat democratie niet werkt op basis van achteraf gelijk krijgen. Democratie werkt op basis van vooraf keuzes maken met beperkte informatie. We kiezen niet de partij die de toekomst het beste kan voorspellen, we kiezen de partij waarvan we denken dat die onze waarden het beste vertegenwoordigt, op dat moment, in die context.
En dan gebeurt er iets. De economie groeit of krimpt. Er breekt een crisis uit of juist niet. Beslissingen worden genomen. Sommige pakken goed uit. Andere niet. En altijd, altijd zijn er mensen die zeggen: “Zie je wel, ik had het toch gezegd.”
Maar hadden ze het echt gezegd? Of zeggen ze nu dat ze het toen al zeiden?
Leren versus afrekenen
Natuurlijk moeten we leren van het verleden. Natuurlijk moeten partijen verantwoordelijk worden gehouden voor hun beslissingen. Daar gaat verkiezingsstrijd over. Daar gaat democratie over.
Maar er is een verschil tussen leren en afrekenen op basis van een fictie.
Leren is: we hebben deze route genomen, en dit is gebeurd, en dit waren de geleerde lessen. Kunnen we die meenemen?
Afrekenen op basis van fictie is: we hebben deze route genomen, en als we de andere route hadden genomen was alles beter geweest, dus deze partij had nooit aan de macht moeten komen.
Dat laatste is niet alleen oneerlijk, het is ook fundamenteel onwetenschappelijk. Je kunt een beleidsbeslissing alleen maar testen tegen wat er daadwerkelijk gebeurd is, niet tegen wat je fantasie je vertelt dat er gebeurd zou zijn.
De toekomst is niet het verleden
Wat me het meeste zorgen baart aan dit soort discussies is dat ze ons afleiden van waar het eigenlijk om gaat. De vraag is niet: “Wie had het destijds beter gedaan?” De vraag is: “Wie kan het nu en in de toekomst het beste?”
En daar hebben we het verleden maar beperkt voor nodig. Ja, track records zeggen iets. Ja, eerder gemaakte fouten kunnen worden herhaald. Maar de context is altijd anders. De uitdagingen zijn anders. De mogelijkheden zijn anders.
Ik geloof niet dat we stemmen op basis van wat we achteraf denken dat beter was geweest. Ik geloof dat we stemmen op basis van wat we vooruit kijkend belangrijk vinden. Welke waarden. Welke prioriteiten. Welke visie op de toekomst.
Optimisme als methode
Misschien is dit wel de kern van mijn ongemak: dit constante terugkijken voelt zo pessimistisch. Het suggereert dat we vastzitten in patronen, dat fouten ons voor eeuwig achtervolgen, dat we nooit meer kunnen vertrouwen op wie het destijds niet perfect deed.
Maar democratie is juist gebouwd op optimisme. Op het idee dat mensen kunnen leren. Dat partijen kunnen veranderen. Dat kiezers opnieuw kunnen kiezen. Dat we samen, door te stemmen, door te debatteren, door te proberen, ergens uitkomen.
Niet omdat we weten wat de perfecte route is. Maar omdat we geloven dat we samen die route kunnen vinden.
Het alternatieve verleden bestaat niet. Het heeft nooit bestaan. Het zal nooit bestaan.
De toekomst wel.
En die begint bij keuzes die we nu maken. Niet bij het eindeloos herkauwen van keuzes die we niet maken konden, omdat we toen andere mensen waren, in een andere tijd.
Laten we vooral blijven kijken naar wat partijen geleerd hebben. Naar hoe ze zich ontwikkeld hebben. Naar wat ze nu voorstellen. En laten we daar kritisch over zijn, scherp, helder.
Maar laten we stoppen met doen alsof we weten hoe het alternatieve verhaal was afgelopen. Dat weten we niet. Dat kunnen we niet weten.
En dat is eigenlijk wel mooi. Want dat betekent dat de toekomst nog steeds open ligt.
Dit artikel is onderdeel van mijn serie over helder denken en verantwoordelijkheid.